Welwitschia

Dinsdag 15 november:
Weer een koude nacht achter de rug. Nog een extra deken gaat er komen vandaag..!!
En het is nog steeds aan de frisse kant. Als we tent openritzen blijkt de lucht volledig grijs. Brrr, douchen en een lange broek zijn nu wel op zijn plek.
Na een goed ontbijt klappen we de boel weer in en verlaten deze inspiratieloze plek. Op naar de stad. Swakopmund heeft nog een aardige erfenis aan oude duitse koloniale gebouwen. Allen in een erg goede staat en met duitse teksten op de geven. Als je een rondje loopt waan je je bijna in Duitsland. Gezellige steegjes met winkeltjes, een backerei, bahnhof, das altes Ambtsgericht und so weiter… Prachtig vakwerk (letterlijk)! Als we een aantal huizen hebben gezien en we genoten hebben van een heerlijke lunch op het terras zetten we onze tocht voort naar de supermarkt en de Pep. Het is inmiddels bijna half vier. Tja, wat gaan we doen. Na even dubben besluiten we een permit te halen bij de NWR (Namibiën Wildlife Resorts). Deze heb je nodig om een bepaald gebied in te mogen en daar te kamperen. De vriendelijke dame legt ons het één en ander uit en niet veel later rijden we de stad uit. De wildernis weer in. Na een prachtige tocht van zo’n 80 kilometer langs het maanlandschap, bijzondere gesteenten over de bergkammen en verbluffende vergezichten komen we aan bij de campsite. What you see is what you get..! Euhh, da’s niet zo veel, aan luxe in ieder geval. Stromend water is er niet en het toilet is niet meer dan een gat in de grond.  Maar wat een uniek plekje is dit weer. Aan de oever van een droge rivier, tussen de enkele bomen die het landschap rijk is. Met een ondergaande zon achter de enorme rotspartijen. Meer heb je dan toch niet nodig.
We klappen ons tentje uit en Ruud maakt het vuurtje aan. Niet veel later zitten we aan de macaroni. Wat een leven! En wat een sterren staan er aan de hemel. Ongelooflijk…

Woensdag 16 november:
De zon doet ons weer wekken en tevreden over de eerste warme nacht in de tent staan we op. Na het ontbijt stappen we de auto in om ons rondje van gisteren af te maken. De beroemde Welwitschia plant schijnt hier in grote getale te groeien. En dat klopt. Een foeilelijke plant waar zowel een mannelijke als een vrouwelijke variant van bestaat. Ze groeien vrij langzaam maar worden errug oud. De oudste plant staat op het keerpunt van onze route. Deze is een metertje of twee hoog en 1500 jaar oud. Hmmm, da’s wel oud. Maar ja, knapper is ie er in de loop van de jaren niet op geworden. Toch nemen we er een foto van en rijden terug. Dezelfde weg als gisteren. Deze was super gisteren en lijkt ons mooier dan de C28 waarlangs de oorspronkelijke route gaat. Bovendien hebben we de Lichen plant gemist gisteren. Dus daar moeten we vandaag nog even naar op zoek. Ondanks dat in de papieren en in de LP staat dat er complete Lichen fields moeten zijn liggen wij met onze neus op de grond te speuren naar dit plantje. Zwart en dood ziet ie eruit. Als je er een druppel water op laat vallen schijnt ie te verkleuren. Vele plantjes besprenkeled met water later (in deze droge woestijngrond zien wel meer plantjes er wat dor en dood uit) zien we dan toch ineens het wonder gebeuren. Magisch, het plantje leeft echt helemaal op en wordt stralend groen. Tevreden rijden we terug naar Swakopmund. Hier laten we de tank vullen met diesel en onze ruiten wassen. Maar liefst 3 man is druk met onze auto. Wat een service!
Het is twaalf uur als we de stad weer uitrijden. Via de kustweg naar Henties Bay en dan landinwaarts naar de Brandberg. Een lunchstop later is het vier uur als we arriveren. Met een gids lopen we de 45 minuten durende tocht naar de White Lady. Een soort cave waar schilderingen zijn gevonden van ruim 2000 jaar oud. We krijgen een waterval aan uitleg onderweg (alle planten en bomen en over de omgeving) en bij de schilderingen. Erg interessant. Twee uur later staan we tevreden en een stuk wijzer weer bij de auto. Tijd om een slaapplekje te zoeken.
We nemen onze gids en zijn vrouw mee in de auto en rijden via hun dorp naar de dichtsbijzijnde campsite. Een prachtige plek in Damaraland (zoals de provincie hier heet). Stromend warm water en een heus toilet. Als even later de eigenaar ook nog komt vertellen dat er een kudde olifanten is gesignaleerd op 500 meter afstand kan ons geluk niet op. De kans dat ze over de camping komen lopen is groot. Met de camera in de aanslag beginnen we met koken. Vuurtje aan, aardappels erin en de hamburgers erboven. Langzaam aan wordt het donkerder en donkerder. Horen doen we de olifanten wel maar zien… helaas.
Het is 22.00 uur als we besluiten naar bed te gaan. De olifanten zitten erg dichtbij. Je hoort ze maar je kan nog geen 10 meter ver kijken. Het lijkt ons veiliger om het iets hogerop te zoeken.
De nacht blijft nog lang onrustig.

Donderdag 17 november:
Het is weer niet voor achten als we ons tentje uitkruipen. Als ik uit de douche kom komt de geur van pannekoeken mij al tegemoet. Heerlijk. Een goed begin is het halve werk!
Iets na half 10 zitten we in de auto. We zijn nog geen uur onderweg als we de bocht doorrijden en er een olifant ons pad kruist. Jee, daar hadden we niet meer op gerekend. Dat beest is enorm en nog geen 10 meter van onze auto vandaan. Ruud roept stoppen maar dat beest ziet er nou niet bepaald onschuldig uit. Rij voor de zekerheid een paar metertjes verder en stop dan. Een foto en nog vol verbazing later vervolgen we onze weg.
Onze eerste stop is Twijfelfontein. Hier zijn rotsgraveringen te vinden. Het is op het heetst van de dag en het blijkt een aardige wandeling. Toch maar niet. Er staan nog meer dingen op de planning vandaag. We stappen weer in er rijden door naar het Petrified Forest (versteende woud). Hier krijgen we een korte rondleiding en uitleg. Interessant. De bomen zijn direct na de ijstijd vanuit midden Afrika hierheen gedreven. Diep in de grond geraakt en voor jaren daar gebleven. Na elk regenseizoen komen er meer versteende boomstammen bloot te liggen.
We doen nog een picknicklunch voor we verder rijden naar Kamanjab. Hier arriveren we al om 16.30. Heerlijk op tijd. En da’s niet zo erg want ze hebben een zwembad en gratis internet. Je snapt dat we de tot het donker worden alle nodige dingen geregeld hebben op internet en een frisse duik hebben genomen. Douchen en koken. De avond brengen we in de gezellige bar door. Kletsend met onze nederlandse ‘buren’ van de camping en de eigenaar (een belg). En zo kom je weer het één en ander te weten over Namibië.

About the author