Sperrgebiet…

Donderdag 10 november:
Gelukkig, het is 08.00 uur dus tijd om op te staan. Het was weer koud vannacht. Dachten dat we nu toch echt goed voorbereid waren. Sokken aan, in de lakenzak, deken (met dank aan luchtvaartmaatschappij Emirates) en een fleece deken. Maar helaas, het bleek onvoldoende. Koud dat we het hebben gehad. En da’s niet echt bevordelijk voor je slaap.
Douchen, eten en op weg. Een reisdag vandaag. Via een zorgvuldig uitgekozen route (die hopelijk bestaat, want niet alle wegenkaarten hebben dezelfde wegen. En dit is zo’n weg die niet op alle kaarten bestaat…). Een prachtige route door de bergen en dan langs de Orange River omhoog paralel aan de grens met Zuid Afrika. Om vervolgens langs het Sperrgebiet naar Lüderitz te rijden. Zo gezegt, zo gedaan. Het ene vergezicht wisseld zich af met het andere en als we de D207 zien zijn we dolgelukkig. De weg bestaat en zo te zien prima begaanbaar. Uberhaupt vallen de wegen tot nu toe errug mee. Gravel en zandwegen zijn prima te rijden. Af en toe wat hobbels maar verder. Geen klagen tot nu toe. Maar laat ik niet te hard pochen. De weg is nog lang!
Tegen twaalfen verlaten we de Orange River en wordt onze auto zorgvuldig gecontroleerd door de douane politie. Of we niet stiekem wat diamanten hebben meegenomen. We zitten hier namelijk al bij het Sperrgebiet (Verboden gebied) waar diamanten worden gewonnen. En voor je het weet rij met diamanten zo Zuid Afrika binnen. Als we de achterbak los doen begint de beste man te zuchten. De achterbank ging nog maar hier, een beetje vol en hij weet niet waar te beginnen. We leggen vriendelijk uit wat er in alle bakken zit en schijnbaar komen we heel betrouwbaar over. Ze staken het zoeken en wij kunnen weer verder. Haha, was al even bang m’n hele backpack op de kop te moeten zetten. Maar het valt mee.
Als de zand/ grintweg overgaat in asfalt is het tijd voor lunch. Tenminste als je ‘m goed vasthoudt. Jeetje wat een wind zeg. Na een korte stop rijden we door. Bij de kruizing met Aus draaien we de highway op en is het nog 125 km naar Lüderitz. De wind wordt nog heviger en de waarschuwingsborden met wind en zand staan langs de weg. Niet geheel overbodig. Links en rechts van de weg is een maanlandschap te zien, afgewisseld met zandduinen. Heel veel zandduinen. Door de enorme wind verplaatsen die zandduinen zich bij tijd en wijle over de weg. Dus uitwijken is af en toe noodzakelijk. Of voor het zand of voor de shovel die uit alle macht probeert het zand weer van de weg te schuiven. Ach tja, ‘t weer eens wat anders.
Helaas is de wind in Lüderitz nog net zo hard. Dat wordt niet campen. De tent waait zo al bijna van het dak af, laat staan uitgeklapt. Een hostel dus!
We lopen nog even door de stad maar veel straalt het niet uit. Brede, lange wegen met hier en daar een winkel. Een gezellige kroeg of een restaurant is onvindbaar. Wordt het toch de supermarkt en koken in de gezamelijke keuken van het hostel. Hier treffen we een stel uit Autralië. Ze doen hetzelfde rondje, alleen dan van Naïrobi naar Zuid Afrika en terug. We wisselen wat tips en trucs uit duiken daarna ons bedje in.

Vrijdag 11 november:
Een iets warmere nacht. Scheelt toch een paar stenen muren om je heen en een fatsoenlijk dak boven je hoofd, haha..
Na het ontbijt stappen we in de auto op weg naar Kolmanskop. Een spookstadje in het Sperrgebiet. Hier is in de ochtenuren de gelegenheid om rond te neuzen en een tour te volgen. Uniek want de rest van het uitgestrekte gebied is hermetisch afgesloten. Begin 1900 heeft een Duitse man het gebied gekocht voor andere doeleinden. Bij toeval is er toen een diamand gevonden. Meteen heeft die beste eigenaar het hele stuk land afgesloten. Het zoeken kon beginnen. De eerste vier jaar met z’n allen op een rij liggend op de buik. Oprapen dus. Naarmate de tijd vorderde werd het dorp gebouwd. Eerst huizen, daarna een school, een ziekenhuis, winkels enzovoort. Voor alles werd gezorgt. Een compleet zelfvoorzienend dorp. Het oprapen werd minder en de eerste machines waren een feit. Na een aantal jaren werd het hele dorp verplaatst naar het zuiden. Bij Oranjemund werd een compleet nieuw dorp gesticht en een mijn geopend. Kolmanskop werd aan de elementen van de natuur overgelaten. Binnen een mum van tijd werd dit overwoekerd door zand. Inmiddels hebben ze een aantal huizen, het ziekenhuis, de ijsfabriek en de gezelschapsruimte (compleet met kegelbahn) zandvrij (zover mogelijk) gemaakt. En is het dus toegankelijk voor publiek. Wat een unieke plek is dit zeg. Heel bijzonder.
Na de tour lopen we nog wat rond en verbazen ons over de omgeving. Het blijft bijzonder.
Terug in Lüderitz kruipen we achter internet. Even updaten en de mail checken. Dan op zoek naar een deken. Nog zo’n koude nacht trekken we echt niet. Lange leve de Pep (in Ghana al m’n favoriete winkel) een soort Zeeman met werkelijk alles. Dus ook een deken! Ons geluk kan niet op. Nog één stop bij de supermarkt en dan weer in de auto. Net buiten het Sperrgebiet ligt een soort schiereiland (Peninsula) waar een route langsloopt met prachtige uitzichten over zee, waar flamingo colonies en een pinguin colonie zich huisvest. De pinguins kunnen we nog vinden maar de flamingo’s zijn volgens ons weggewaaid. Niet normaal meer. Windkracht 10 is zacht uitgedrukt. Bij point Dias kunnen we een klein stukje omhoog lopen en uitkijken over zee. Allemachtig wat een wind. Je moet je vasthouden om niet weg te waaien. Het leverd wel weer leuke foto’s op!
Terug in de auto besluiten we alsnog terug te rijden naar Aus ipv Lüderitz. Hier zit een camping en het scheelt morgen weer ruim een uur rijden. Het is tegen zessen als we in Aus aankomen. Een prachtige plek, de campingplaats ligt midden in de natuur en de zonsondergang is te mooi! Genieten dus. Alleen is het koud vanavond, heel koud. Maar met goede moed (we hebben een extra deken) liggen we rond 22.30 uur in bed.

Zaterdag 12 november:
Brrrrr, die deken is duidelijk onvoldoende. Bevroren zijn we vanacht. Om vervolgens om 8.00 uur de tent uit te zweten omdat het zonnetje weer schijnt. Nou ja, in ieder geval zijn we weer warm.
We ontbijten uitgebreid met pannekoeken en vers fruit. Wat een luxe is dat toch. Alles wat je nodig hebt zo bij de hand. We pakken de boel weer in en rijden via de toeristische route (scenic route, volgens de kaart) richting het noorden. Sesriem is het einddoel. De gateway voor de Sossusvlei. De rode zandduinen waar Namibië om bekend staat, en hoog op mijn lijstje!
De route is inderdaad weer verbluffend mooi en begaanbaar. En als je goed oplet spot je elke keer weer wat wild. Zo zijn de struisvogels en impala’s goed vertegenwoordigd. Maar ook gemsbokken en zebra’s kijken je nieuwgierig aan. Halverwege stoppen we bij Duwisib castle. Een kasteel gebouwd voor een duitse man die uiteindelijk in de oorlog is omgekomen en z’n hele kasteel nooit heeft mogen bewonderen. Nou dan doen wij dat toch. De entree is een beetje duur dus laten we het bij de buitenkant. Zo’n kasteel zoals je hem in groep 4 tekend en terug vind in de Donald Duck. Da’s denk ik de beste omschrijving. Een schattig kasteeltje in een uniek stukje land. Na de lunch rijden we door naar Sesriem. Het is na vieren als we de campsite oprijden. Deze ligt net in het park, wat als voordeel heeft dat je ‘s ochtend voor openingstijd het park al in mag om de zonsopgang te bewonderen. En tja, dat wil je toch zien..!! Er is nog plek en als we de park entree hebben betaald mogen we gelijk het park in voor de zonsondergang. Is dat even mooi meegenomen. Bij Elimdune schijnt de zonsondergang het mooist te zijn. Op ons gemak struinen we door de duinen op zoek naar het beste plekje. En elke keer als je dat beste plekje denkt gevonden te hebben ligt er toch nog een duin achter die waarschijnlijk beter is. Verradelijk hoor. Snap meteen dat mensen verdwalen in de woestijn. Na deze duin nog één, dan nog één en alles lijkt op elkaar. In een rechte streep lopen is echt onmogelijk. Als het 19.00 uur is besluiten we te stoppen met zoeken naar de hoogste en beste duin en genieten we van de omgeving en de zonsondergang. Die dan toch niet zo mooi blijkt. Maar goed, hebben onze conditie toch mooi weer wat opgevoerd door dat mulle zand.
Snel terug naar de auto en net voor de echte duisternis intreedt bereiken we de campsite. Tentje uitklappen en koken. Als de afwas gedaan is en we nateuten met een biertje concluderen we dat we het op dit moment best goed voor elkaar hebben…
Met aluminiumfolie onder de matras en een extra vestje aan duiken we ons bed in. Morgen is het weer heel vroeg dag!

About the author